Eerst moest ik een informatiepakket van mijn eigen plek maken om dat aan een klasgenoot te geven. Er moest in ieder geval een plattegrond van mijn kamer komen. Ik koos ervoor om de verschillende aanzichten; voor, achter, links en rechts te tekenen met de maten erbij genoteerd en foto's te maken. De tekeningen waren bedoeld om inzicht in de maten en verhoudingen te geven en de foto's voor de details. Wat belangrijk is in zo'n pakket is de objectieve en ordelijke informatie. Wat mij opviel was dat veel mensen (waaronder ik) gelijk begonnen de details te tekenen en fotograferen. Mensen zijn blijkbaar geneigd de grote lijnen snel te vergeten. Daarnaast geef je er een eigen persoonlijk draai aan. Mijn persoonlijke aanpak was de keuze voor tekenen omdat ik dat leuk vind en iedereen tekent op zijn eigen persoonlijke manier.
Aan de hand van iemand anders informatiepakket mocht ik doen wat ik wilde. Wat mij vooral opviel was dat de kamer van Sophie Vijgen een prisma vorm (doorsnede is een driehoek) heeft. Wat in mij het eerste opkwam was de driehoek in de wiskunde en meetkunde te bekijken. Ik leerde daar dat beeld en wiskunde onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn. Wiskunde (meetkunde) is bedoelt om wat wij te zien te verklaren in getallen.
Daarnaast zocht ik wat informatie over prisma's in de natuurkunde en optica en ging ik zelf met spiegeltjes en reflecties aan de slag. Ik beleefde veel plezier met het uitpluizen hoe kijkhoeken en reflecties werken. Wanneer je dichter bij een spiegel staat wordt je kijkhoek groter (in de spiegel of vanuit de spiegel) dan wanneer je verder vanaf staat. Met dit principe ging ik aan de slag om een apparaat te bedenken d.m.v. schetsen dat dit principe weergaf. Het begon met relatief kleine, handzame apparaatjes. Dit groeide uit tot een hele verbouwing van de kamer.
Het begon te lijken op een klassiek instrument voor de wetenschap uit een rariteitenkabinet.
Klassieke wetenschappelijke instrumenten vindt ik er altijd prachtig uitzien, heel vreemd en toch hebben ze een werkende functie. In het Teylinger museum in Haarlem hebben ze een zaal vol met die instrumenten en het lijkt een heel andere wereld. Ik vind het prachtig om te zien hoe vroeger de wereld werd onderzocht met vrij "primitieve" instrumenten en hoe ze dat noteerden op papier.
Dus ik begon ergens met vorm en wiskunde en kwam uit bij het bedenken van allerlei bewegende rare apparaten op papier, wat ik graag doe. Met het vak 3-D Beeld kwam ik ook uit op een bewegend handgedreven object.